De wereld stond te lang rechtop
Die moet weer nodig op z’n kop
en in het zonlicht dansen
Het kakelt van de transen
Het brandt er ongenadig op
De Spanjaard op de lansen!
De wereld stond te lang rechtop
Die moet weer nodig op z’n kop
en in het zonlicht dansen
Het kakelt van de transen
Het brandt er ongenadig op
De Spanjaard op de lansen!
Het gaat, qua historie, in golven
Alle bedoelingen tussendoor goed
toch onder waanzin bedolven
Alles gaat zoals het moet
maar ’s avonds komen wolven
dan wordt goed beboet.
U kunt alles kiezen
brandweerman te zijn, of vechter
emigrant of blijver
thee- of whiskyschenker
Pakker van een hart of biezen
deugend of toch slechter
lief of krijsend kijver
maar wees liefst geen denker
want dat overleeft u niet.
En dan rijd je opeens
op dijkjes in donker
op naar een niet-varend veer
en van autoloos asfalt
naar waar je al was
eenzamer nog, dan de vorige keer
en je mist niet eens echt
wat wacht, in de flonker
van sterren op zielloos basalt
je bent later, ver van sas
Schiet het nog op ook, of wat?
Alle gekken gaan los,
niemand kan dat verhinderen
Het komt door de kinderen:
domme mensen krijgen er meer
Daarom stuur je ze naar de oorlog
dan raken ze op en dan kun je weer verder
Noem mij eens één helemáál goede herder
De wereld is vol, met list en bedrog
Het is maar narcisme, mijnheer
De wens niet voor noppes geweest te zijn
En de realiteit doet die wens altijd pijn
in het grote, enge, dierenbos
En tegen alles wat beweegt
werkt, altijd nog, de onzin
het hoongelach, het hard gelag
de regen van de onmin
groeizaam weer, weer
voor verdrukking
lolverbod en
moordvertrucking
van verrukking kirt de kalief
in zijn kotshol, bloederbouw
want voor elk taai ongerief
is er ook gebrek aan rouw
wie de dood als instrument ziet
moet nog steeds meer leren
wie meer kans ziet in een lied
weet dat alles kan verkeren.
En terwijl het dodental in Nice opliep tot hoger dan 80, schreef ik dit nog voordat de couppoging in Turkije (tenminste 42 doden) kwam, in de bus, onderweg naar een vergadering.
De horror en de woede
die om voorrang vechten
zullen dit ziekmakend pleit
zeker niet beslechten
dat is voor de liefde
altijd voor de liefde
enkel voor de liefde
en die komt alleen als ooit
er genoeg van komt
en dat komt niet nooit
dat is juist wat nooit verstomt
de tijden gaan, vooruit.
Bij het nieuws dat in Nice tenminste 70 doden vielen bij een aanslag met een truck, op vierders van Quatorze Juillet.
Het is een dag van rauw
maar rouwen lijkt me zinloos
de grauwen, altijd boos
bleven hun warme buik trouw
Dat is het euvel aan democratie
ruimte voor beiden, twist voor drie
en niet altijd voer voor de rede –
70 jaar is nog niet lang geleden
Toch slaat de golf, grosso modo, vooruit
nooit terug, ondanks de terugzuig
goeds moet rijpen, net als fruit
dus ik klaag niet, maar ik buig
en maak weer nieuwe plannen:
geen haar nog, op mijn hoofd
die van plan is, onverdoofd
de liefde uit te bannen.
Ik houd niet van poëzie
(heb er geen tijd voor
maal er niet om
wil het niet lezen
vind dichtwerk stom).
Maar soms is ze niet te vermijden
(iets met rivieren, en laagland, en glijden)
(of iets met de gong, van de zee)
en sleept ze me tegen m’n zin toch nog mee
En mijn eigen woordgekrom
Ach, het is net kezen
Het nodigheidsmom
sleept het de wereld door
maar om de logica doen we het nie.
Het is 4 mei en diep in mij
krijst het om vergelding
voor het egoïsme, en
dat behoeft vermelding
ook mijn eigen domheid, ten
voeten uit de raarste
aan het onbegrip van ‘vrij’
bestaat echt nergens schaarste
Het is een prachtige jurk
al maakt-ie je niet mooier
dan je zonder bent
dat kan ook niet, een tent
maakt een man nog tot een schooier
of, als jij ‘m draagt, een kurk
zonder fles en, om te drijven
zee, want naar jou toe
met bede om te blijven
op een briefje dat, joehoe
geen woord kan overdrijven
jij bent wat ik hier doe.