Ga naar de inhoud

Chielie's gedichten Berichten

Natstad

Onder het stationsdak vogelt het
De regen valt mij slecht
Soms, in het donker, kogelt het
Meest tuig dat tuig bevecht
Hier, altijd gassig, altijd klam
– teugelloze stad –
Vies en drassig Amsterdam
Van alles wat, zot en zat.

IJle Griekse karyatide…

IJle Griekse karyatide
Je bloost voor de bosrabauw
Tuimelend in een onzichtbare vide
Verliest zich je breekbare hart in het blauw

En ik zal bij buslading komen verpozen
Bij duizenden je glimlach drinken
Peilloos diep in rouw verzinken
Wel perfect, niet mij gekozen.

Bij Paasman.

Het haasje

Wat een verslaving
Geen dichter, geen zanger
En toch aan de muze
Een leven en langer

Dit gedicht heeft niets met de gelijknamige kroeg aan de Riviervischmarkt te maken.

Laatst verweer gebroken

Waar weide lijkt te zijn zengt, recht vooruit
Een wereldbrand mijn hart mijn borstkas uit
Ongeziene vlammen maken werkelijke wonden
Sissend schroei en schrompel ik, verwond maar ook verbonden

Gevoelloos lam suiste onbewogen wat van binnen terugrent
Weg van jou wat regenbogen, fel als vlammend monument
Aan ons had willen kleuren, anders dan dit schrijnend rood
Stil verscheurt mijn krijs de wereld, samen eenzaam, levend dood.

Bij Bork.

Caramba!

Laat, gisterenavond, viel ik
Pardoes met mijn neus in het bloed
Diagonaal languit zonder hoed
Een schot of zeven, verder geen kik

Een gekreukelde hoop op het kelderluik
Blijkt nummer twee, en een slimme agent
Heeft op tien meter afstand de ernst onderkend
En is overgegaan tot pistoolgebruik

Maar hij miste de twee hoogstwaarschijnlijk ermee
Net als zijn collegae, krioelend als mieren
Die net iets te laat naar de plek kwamen gieren
En nu zit de ambassadeur er maar mee

Want zijn veilig cordon bleek zo safe als karton –
Het mijne is niet wat het nooit geweest is
Het leven, dat meestal geheel geen feest is
Zal leren hoe lang we er zijn, aan zijn bron

Jij en ik, in hetzelfde parket
Maar voor jou is het iets irritanter:
De norse noordse Spaanse panter
Heeft zijn zin op jou gezet

De blauwe legioenen
Zullen falen, weet je nu
Een waardeloze parapluie
Ed, ga ze de oren boenen!

Naar aanleiding van dubbele moord (op 2 Italianen) op Herengracht, voor de bewaakte ambtswoning van de door de ETA bedreigde Spaanse consul, na het vallen van de schoten live gadegeslagen door Jackie en mij vanuit het huis van Anne-Marije Steemers, aan de overkant, in de avond van 8 maart.

Réactionnaire

Het is verdomme ongehoord,
Er wordt hier maar wat aangemoord
Gespoten en gesnoven!

Je zou ze toch, het laffe tuig!
Het wordt zo onderhand zó ruig
Dat is niet te geloven!

L’amour emporté…

Een met vogels behangen waarschijnlijk Fransoos
Vliegt de kantine door, hij mag –
De vrijheid verbeeld tussen proper en voos:
Er heerst een sterk gevoel van vrijdag.

Leve de wind, die in stilte blijft zingen.

Touché

Ina heeft haar huis geverfd;
Een witte veeg ontsiert haar hoofd.
Dapper koopt zij paarden op,
Dat had ze ons beloofd.

Ik vind dat ze stinken
En het zonde van mijn geld,
En dat dat stuiterende hinken
Schreeuwt om balen grof geweld –

Maar ik ben nooit onheus bejegend door een knol,
Dus hypocriet,
Van veel geschreeuw komt weinig wol.

Maar wat geen mens meer in me ziet,
Daar loopt mijn zwaar gemoed van vol,
En als haar grijze ogen prikkend priemen beef ik als een riet.

Tijdens Schermer’s Thema’s.