Ga naar de inhoud

Chielie's gedichten Berichten

Ruiger.

Rust veracht woordspel
Maar daar door de naam
Zo treft door omhulsel de inhoud geen blaam
Geen spijt van de woorden, het air, dat wel.

Naar aanleiding van onverwachte impact van gedichtje over Tjark Kruiger in Lurf 1/1.

Nu, straks, dan.

Parampamparampam, er klinkklaart een roffel
Van baardige bouwsteen, als specie ter troffel
Wat huist er in holsters van glimgepoetst leder
Dat bulderend bralt van papieren katheder?

Wat bakt er een poets om der smeers willewet
En werpt er een berg op die schreeuwt om verzet?
Het wentelt vervaarlijk de vlijmende klewang
Maar maakt, absurdistisch, de denksten niet bang

Het is, ook niet nodig, maar angst ongegrond
Want schuilpeer en smeerstang zijn grensloos gezond
Holklank en wanluid verpijnen het oor;
Maar groeien, of vallen vanzelf, wederhoor

Wat broeit een sluimstoeiert in klieren van durf?

Naar aanleiding van onverwachte impact Lurf 1/1.

Picton

Er is geen mens te vinden die

Althans, indien weldenkend

het zo zou zien als ik dat zie:

Bloei en vrede duisterwenkend

Kantine PC Hoofthuis.

Zyklonluck

Dit vreet gebroken knoken
Halfverrotte lever in een
Bed van hol oedeem

Dit dwingt het bloed tot koken
Halfgesloten dode ogen
Spiegel van verbrijzeld zweem

Geluk beslaat gedachten, maar
Bestaat om te verkrachten.

Ziens

Opzon
Neerhaai
Nooitmeerhier

Ammon
Baaibaai
Terugtotwier

Bedoeld als parodie op Renaissancistische emblemata.

Krank

Zwartzaam galgif sluipt
Sluiks door zieke aderen
Doods en zout bloed kruipt
Stort uit manke raderen

Dram, breek, hamer
Van pijn doorklopte slapen
Stuipste puls per kamer
Erger, kilgeel gapen

– eenzaam einde naderend.

Twee uur te vroeg voor college Viskil, in kantine.

Kean

Band, kleur, natte weemoed
Weenzon, zinkend droef dofgeel
Grauwe werkwijk, treurteveel
Murwgebeukt onroerend goed
Een schot op straat, een doodgebloed
En schokkend trekkend lijf
Land van waanzin stijf
En groen

Over Ierland. Kean is een Ier die ooit met me bij McCain werkte.

Joepie, joepie, joepie!
Er straalt een wind van snaren!
Er knalt een koor van stemmen
En mijn oor wil niet bedaren –
Joepie, joepie, joepie!

Aangaande ‘Tripping the live fantastic’, gloednieuw dubbellive-cdwerk van McCartney, Paul.

Barbertje hangt.

Cyniek tot in het Maagdenhuis
Studentenjacht op centen –
Voor zichzelf en van de ander
Gij de pap, maar zij de krenten

Luister, boze Berber;
Je bent net zo lineair
Van blik als alle bollebozen
Net zo dierlijk, ander air

Stapel, barricaden op
Laat het volk te wapen roepen
Om een weídser ideaal
Pragmátischer, of stop.

Naar aanleiding van bezetting door studenten (waaronder actiegeile stadsgenote Berber Vollema) van het Maagdenhuis, contra Ritzen. Tussen 15 october en 8 november 1999 bundel en agenda verloren (blijven liggen in trein). Volgde diepe depressie. Uiteindelijk weer opgehaald bij NS gevonden voorwerpen hoofddepot in Utrecht. Bovenstaand gedicht ergens in tussentijd geschreven, feitelijke datum onbekend.