Donkere wolken pakken zich
Samen, boven mijn arme land
En ik zet mijn zonnebril op
Anders doet de wind, zo prachtig
Aanrazend over de wereldrand
Veel teveel pijn aan mijn moeie kop.
Toneelschuur, Haarlem.
Donkere wolken pakken zich
Samen, boven mijn arme land
En ik zet mijn zonnebril op
Anders doet de wind, zo prachtig
Aanrazend over de wereldrand
Veel teveel pijn aan mijn moeie kop.
Toneelschuur, Haarlem.
Tweedracht is geen haat
Maar kan daar wel toe leiden
Laat u door ’s lands dwaze pers
In Godsnaam niet verleiden
En laat de leipe Langendam
Die hetze voert waar er geen was
Zich schamen en bekennen
Wat zo helder is als glas
Wie hard betoogt, vangt hard betoog
Dat maakt vanzelf klimaat
Dat niettemin in niemands staat
Mag leiden tot dom moordgepoog
Want dat is altijd fout
En net zoals het gissen naar
De motivatie stout
En reden voor meer misbaar –
waarom dan nog gerouwd?
Dat is dan enkel laakbaar.
Toneelschuur, Haarlem.
Zie
Ik leef, in zoveel woorden
In een land waarin zelfs jij
Ongestraft beweren kunt
Wat je erover zei
Dat een extremistisch rund
Je daarin kon vermoorden
Doet daar niets aan af
Ik blijf Neerlands tot mijn graf
Laat mijn land door niemand kapen
Leeuw moet winnen, van de apen
God behoede Nederland
Voor onbegrip en wereldbrand
Toneelschuur, Haarlem.
In reactie op iemand die me mailde dat ze er na
trots op mijn Nederlanderschap. De moord op Fortuyn is niet in de geest van ons land. Ze hoort er niet bij en juist nu wil ik Nederlander zijn en dit afkeuren.
Steeds, als het spannend wordt
Droom ik van jou
Maar ben ik allang weer wakker
Daar gaat de droom aan gort
Niet waar ik wou
Toch is de morgen niet brakker
Omdat ik weer weet
Dat ik dat wat ik droom
Droom, omdat het geen droom is
Maar leven
Omdat ik de droom
Die hier net nog vergleed
Leef, omdat het een droom is
Nog even
Zon over Haarlem, maandagmorgen.
Die kale meneer die volgens jou
Zegt wat jij zegt dat-ie zegt
Die zei dat net helemaal niet
Ik heb hem dat niet horen zeggen
Ik, hier, erger me blauw
Want jouw geposeer is onecht
Ik vind die kale een dom stuk verdriet
Maar ik hoor jou hem niet weerleggen
Naar aanleiding van het lijsttrekkersdebat op Radio 1 van 05.05.2002.
Ik kijk achteruit
En schaam mij daar niet voor
Meestal is het functioneel
En groei ik daar weer door
Ik leef vooruit
Maar weet waar ik vandaan kom
Beter dat dan stomverbaasd
Ineens zijn waar ik aankom
Ik weet
Niet wat komt
Maar heel vaak wel
Waarom
Ik vind
Een roze bril
Altijd
Oliedom
Geef mij mijn zwarte Ray Bans maar: het leven krijgt er kleur van.
Jonas heeft
Voor weinig respect
Van namen, en
Eer aandoen
Dus ik voer
Dat lijkt me correct
Een walvis, in
Mijn blazoen
Toneelschuur, Haarlem.
Zilvergrijs doft Noordwand
Boven groener zuiden uit
Poelpaard en belkoe verdwaasd naar mij starend
Stap ik langs de heuvelrand
De blik omhoog, heel mijn verstand
De Eiger toegeheven
Omdat ik niet bevatten kan
(maar zoek, totdat het antwoord sluit)
Hoe ’t is om hier te leven
Zonder angst, en beven.
Toneelschuur, Haarlem.
Drang drift doet denken
Waar aan dacht te schenken
Drank zucht doet luchten
Wat per slot alleen kan vluchten.
Toneelschuur, Haarlem.
Lopen en het weglopen
Werelden van uiterst
Maar onverenigbaar
Vlieg niet tweezijds mij aan
Doe dat met elkaar, of
Als ik u verzoeken mag
Doe het zelfs niet daar.
Bij voorbaat, dankuwel.
Toneelschuur, Haarlem.