Ga naar de inhoud

Chielie's gedichten Berichten

Bij het zien van jouw schoonheid

Kijk, ik spring
Van dolle vreugde
Kleine rondjes, om jou heen
Voor het eerst dans ik vanzelf
Dwars door hemels blauwgewelf
Dat had ik, voorheen
Ook toen ik al deugde
Nooit verwacht, ha, ik zing.

Toneelschuur, Haarlem.

Vallen, voor jou.

Eenmaal op de grasmat
Aan jouw voeten op de vloer
Weet ik dat de macht die ik
Er dalend voor ervoer

Van jou is, net als ik
de duvel, en z’n ouwe moer
Niet mijn hardheid is dat
Maar jouw liefde maakt mij stoer.

Toneelschuur, Haarlem.

Sprong meester

Val, dapper, mijn vertrouwen
Eer voor altijd voor jouw ogen
Als ik ergens op wil bogen
Is het trots, gepast in jou
Val, dapper, mijn vertrouwen

Heel mijn leven
Heel maar even
Toebehorend aan
Jouw uitgestoken hand

Schreeuwend van geluk
Staat mijn grijns, net geland.

Toneelschuur, Haarlem.

Spanwijdte

Hoor en voel mijn vleugels suizen
Scherend vliegend neer tot jou
Weet dat ik in euforie
Ongelovig van je hou

Toneelschuur, Haarlem.

Lawaaidom

En de radio aan erbij.
Want we moeten gezellig bouwvakken
En we laten de mores
Maar prettig vervlakken
Want willen er lekker lawaai bij
Wij eikels.

Toneelschuur, Haarlem.

Zwijgplicht

Blaag, met je brilblik
Lijm je nog geen been
Waar de dooie hond ’t afbeet
Loop jij ermee heen
Dus weet ik wat ik toch al weet
En geef ik fijn geen kik.

Toneelschuur, Haarlem.

Paarse parapluie

Donkere wolken pakken zich
Samen boven mijn arme land
Maar ik ben niet bang voor storm
Of voor wereldbrand
Ik weet als oplettend mens
Allang wat hiervan komt
Het gaat gewoon hard regenen
Tot de onzin weer verstomt.

Toneelschuur, Haarlem.

Paarse overall

Ze zei “om mijn uiterlijk geef ik geen ruk”
Ik vind dat ze dat wel had moeten doen.
Met de juiste jurk aan was ze wereldkampioen
Ze kon dat nou wel zeggen
Maar Jezus, wat een stuk.

Toneelschuur, Haarlem.

Vrij, naar Jekkers.

Ik doe dan weer wat moet.

Ik trek mijn paarse jakje aan
En dans als een debiel
Door al diezelfde straten waar
Uw zotte stilte viel.
En u lacht nu, da’s goed
Blij dat ik u beval
Als nar is dat wat ik bewaar
Als kroning op mijn mal
Maar ik zie u daar straks weer staan

Toneelschuur, Haarlem.

Hardleers.

Ik denk, ik ga mij vragen
Om een koen en helder hart
Dat oprecht kan blijven denken
Waar zich heel ons volk verwart
Dat het zichzelf gelijk geeft
Niets is minder waar
Wat het wel gedaan heeft
Is mij zonneklaar
Het is, massaal, gaan spijbelen.

Toneelschuur, Haarlem.