Buitenbeens droevig, ontgoocheld en bitter
Bezie ik dit aankomend jaar
Men vliegt massaal in andermans haar
Verft met verve het eigen beeld witter
Alle verdenken weer korte termijn
Alles weer terug aan de man in de straat
Ontwaakt in een helderfascistische staat
Laat het snel weer over zijn
Ik bid, voor de bevrijding
Van haat en wanbestuur
En voor een milder vuur
Van zottigheidsbestrijding
We waren hier allang voorbij
Maar komen maar niet verder
Er is geen goede herder
Althans, niet meer voor mij
Ik ben een dolend schaap.
De Klencke 4, Amsterdam.
’t Is zonde da’k ’t zeg, verdomd.