Wij, de geplukten
de zinloos verrukten
bij elke belofte die
lediglijk blijkt
telkens verbaasd
alsmaar grasloos gegraasd
blije beschofte wie
zedig slijk kijkt
willen opstaan
misschien, als de kussens
ons laten
maar gaan
zul je zien, ondertussen
vol haten.