Rietlief, ik heb mij
Alweer vergist, vandaag
Waar ik, zelf te traag
Eindelijk het voortouw nam
Is dit weer wat ervan kwam:
Rietlief, het is
Niets.
Nieuwe Toneelschuur, Haarlem.
Rietlief, ik heb mij
Alweer vergist, vandaag
Waar ik, zelf te traag
Eindelijk het voortouw nam
Is dit weer wat ervan kwam:
Rietlief, het is
Niets.
Nieuwe Toneelschuur, Haarlem.
Potplanten vallen *paf*
Bovenop jouw kop
Ik zie wat daarvan een ding is
Projecteer geen ding erop
Ik kijk naar je dia
Denk alleen maar via
Weet -, sodeflikker op.
Nieuwe Toneelschuur, Haarlem.
Omdat dat foutloos en bedreven ging
Zing ik voor eeuwig bot de lof over dat ding
Waar in mijn eigen vrijheid jij faalt
Weet ik dat ik ‘m allang heb betaald
Waar jij nog moet beginnen
Jij mag nu iets nieuws verzinnen
Voordat ik je door je kop schiet:
En nu goed dood.
Nieuwe Toneelschuur, Haarlem.
Bam, bij de brug
Linksaf
Joods door promenade
Hm pataf, schuins eraf
Van slivovitsch tot tapenade
Tering, krijg die hard
Ik heb niets meer te verbergen
Kijk! Grijp! Hier is mijn smart!
Nieuwe Toneelschuur, Haarlem.
n.a.v. Melding v. v. Driel dat-ie in panel meedoet aan popquiz van Café Studio, dinsdag 30.09 a.s..
Ik heb jou gezien
Ik heb je zelfs gevoeld
Ik blijf het een wonder vinden
Dat alles daarop is gestoeld
Ik blijf je een wonder vinden
Omdat je, er dwars door
Blijft staan
Blijf dat doen, dan
Blijf ik trots
Dat ik met jou mag bestaan.
Nieuwe Toneelschuur, Haarlem.
Voor Lydia Smith.
Mooi, zoals jij terugkomt
Zomaar door de klapdeur
En ik heb geen voorkeur
Voor moment of tent
Mooi, zoals jij bent
Alle onzin plots verstomd
Eind aan het gezeur.
Lugosi’s, Haarlem.
In geding is niet
Mijn leven, maar
Dat om mij heen
En ik ben, in alles
Altijd al alleen
Daarom dans ik
In gedachten
Niemand die dat ziet
Lugosi’s, Haarlem.
Heel primaire blokken
Glanzend gladgelakt
Warmgeel, felrood, frisblauw
Als een huls eromgeplakt
Passen keurig in de vorm
Vallen fleurig naar de norm
Niet berekend op de gokken
Van het gekke grauw
Lugosi’s, Haarlem.
Sjaja, toen werd ik
Kinds ervan
En danste ik,
Waar dat niet kan
Op grote rooie schoenen
Nu zit ik, op te duur tapijt
Dat slecht daarop was voorbereid
De vlekken weg te boenen
Ik had dat kunnen weten
Je moet het niet vergeten
Er is geen vaagheid over aan
Wat echt is.
Geef mij ook vandaag maar niet
Wat jij denkt dat ik wil
Want dat maak ik zelf wel uit
Deel ik als mijn eigen buit
Met mij, en mij, en mij
Wie ik dat ook geven ga
Iemand krijgt het niet en dat ben jij
Waar ik in mijn eigen ding sta
Sta ik liever stil
Stoort mij meestal niet.
Terras van Café De Roemer, Haarlem.