Ga naar de inhoud

Categorie: Uncategorized

Adams-appèl

Meisje, ik zou weinig liever
Maar, misschien, wel iets
Ach, ik weet ook niet waarom
Recht is vaker zomaar krom
Iets wel vaker niets
Liever leven dan

Waar ik in mijn vrede leef
Weet ik wat niet hoeft
En geef ik, alles kan

Nu nog leren vatten
Wat je terugkrijgt, dan
Als man.

Nieuwe Toneelschuur, Haarlem.

Plein

Jawel, dat wil ik best
Maar nergens, diep in mij
Pleit mij dat van eigen reinheid
Of verlangen vrij

En niets daarvan is rasbepaald
Simpeler, het hoofse
Niemand die zich respecteert
Gelooft dat, maar ik ben

Wat ik niet vermijden kan
Wil ik ook niet lijden dan
Moet ik mij wel zijn
Er is echt niets anders

En toch is het dijn.

Nieuwe Toneelschuur, Haarlem.

Raak, veelste keer

Als nu blijkt dat
Schelden helpt
Maar ik, tezelfdertijd
Op een welbewaakt moment
Van schrik, iemand omrijd
Is het dan absurd dat ik
In half-verdwaasd ontwaken
Niet meer doorheb hoe en waar
En hard ik ‘m moet raken?
Ik denk van niet, maar
Weet, wat je ziet
Enkel de verwarring
Anders is er niet.

Nieuwe Toneelschuur, Haarlem.

Bij mijn 16de rijles, en een gewonnen conflict, met Nieuwe Vide, over voor mijn deur opgestapeld grof vuil.

Aap, lo, gies

Het kan een kwestie zijn van
Teveel aan rechtgerichtheid
Maar alles objectief gezien
Is er geen tegenlicht

Een mens die voor verstrooidheid zwicht
Zal kalme rust verliezen
Zelf aangesticht.

Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen, vestiging Haarlem.

Bij het vergeten van mijn paspoort, ter theorie-examen.

Kroegentocht

Marmerlei die kilspreekt van
Voorgoed geloosd granito
Stil veelkleurig uitgelicht
Heel het leven dito

Wil ik wel geloven dat
Dwars door natte straten
Dimlicht kruisend, stadsverlaten
Dit een werksterk ding is

Maar op mijn ziel, die onverwacht
De nacht door naar het leven lacht
Maakt dat niet langer indruk

Ik wil gek, en overtoverd
Afgedakt, voorgoed ontpoverd
Liefst niet langer stuk.

Nieuwe Toneelschuur, Haarlem.

Blijcken liever niet

De laatste keer dat dat
Op straat, maar zo, gebeurde
Stond kort erna de wereld
Jarenlang in brand

Nu het, op een ander grond
Een weliswaar betreurde
Weer nachtegaalt en merelt
Om kwaad geheven hand

Is kwaad’s geheven hand
Te nader dan mij lief
Toch blijf ik in dit land

En, zo ik altijd doen zou
Op des prinsen hand
Ook in ontij trou

Nieuwe Toneelschuur, Haarlem.

Bij de lafhartige moord op Joos.

Plankas

Haal mijn haat niet nader
Kap dat cultiveren
Laat door overkappend glas
Zonlicht triomferen

Broei zich completeren
Volrond rood en helder groen
Zich wreken op een zappend ras
Van wie er niet toe doen

Altijd maar weer bezig
Knokig, arm, onvlezig

Van verdringing vader

Doe mij nieuwer toen.

Nieuwe Toneelschuur, Haarlem.

Zooi

Regendansje, hier, van mij
Om jouw botte kop
Dat ik echt van harte hoop
Op ladingen, erop

Hele grote hagelstenen
Weet, van duif en ei
En dat ik, zomaar, onverwacht
Hee, daar gaat Isis voorbij.

Mijn God, wat ben je mooi.

Lugosi’s, Haarlem.

Niet over, wel met dank aan Dick.

Reagens

Je kunt, van vermoeidheid
Soms nauwelijks meer kijken
Dat kost je de blik op
Weidser wijken

Wie, in stramheid
Niet wil reiken
Naar een dunner kop
Vrijer kijken

Geeft zichzelf de klop, erop
Zal vast veel bereiken
Toch beklijft de strop

Moet je ook niet zeiken.

Lugosi’s, Haarlem.