doe mij geen sipknip
maar 1 ding voor alles
voor jou en voor mij
en voor alles erbij
minder moeilijk
maakt ons blij
dus doe mij dat
stoethaspelvrij
doe mij geen sipknip
maar 1 ding voor alles
voor jou en voor mij
en voor alles erbij
minder moeilijk
maakt ons blij
dus doe mij dat
stoethaspelvrij
Ze douwen je god door de strot
tegenwoordig
ze zwammen de heer tot broodnodige stormram
tegen de wrede en foute islam
gretver
er is geen foute islam
maar wel foute uitleg, en islamieten
het is precies als het destijds hier was
toen gristenen op elkaar liepen te schieten
er is geen foute islam
er is, enkel, fout gezwam
gretver
Is er in de tent geen vent
die daar wat van kan maken?
Gehakt, van varkens liefst
of haring, zonder kaken?
Komaan, dan gaan we
de vogeltjes buitenzetten
zoals dat, kennelijk, plotseling heet.
Omdat er een vent in mijn taxi zat die “de vogeltjes buiten” ging zetten, “zoals dat heet”. Heus.
Zo loopt Haarlem vol
met import-Amsterdammers
Fout verplaatste akelzwammers
Jammeraars, verwend, vol klachten
Die zien in de Spaarnestad
nog-niet-Mokum, in gedachten
Als alles daar toch beter is
Jelui het beter had
Maak de zaak dan niet zo mis:
blijf er dan maar ook
Laat ons hier met rust
onder jullie vieze rook –
anders wordt het al te dol.
Ga op je eigen lijkengif liggen
Ik blaas mij nog liever op
Huishoudelijk geweld, meer
mens dan op zo’n pop
Het hoorspel is op
(stilte en rust)
Beeld zal krijsen
Erom, bij zacht weer
de stormbal te hijsen
Elke deur zijn eigen wiggen
Nog nergens kapers,
tussen de slapers
op de kust.
Die Balkenende die
zich nimmer goed verplaatst
in waar het bij de ander
en in het land om gaat
die is dat ook van mij, helaas
En ik wil met jou lopen
Dus wat hij vandaag niet snapt
Ik moet een bosje tulpen kopen
Lieve kleine blauwe
Taxistandplaats Haarlem NS.
Ik ben mijn eigen metrum zat
Die voortgaande ratelramdrein
Maar hij zal blijven
Steeds beter beklijven
Want mijn muze vindt dat fijn
De lezer, die zoekt het maar uit.
Taxistandplaats Haarlem NS.
Het kan voor verwarring stichten
Reken maar van yes
Als ik doe wat ik nu denk
Sta jij fokking speechless
Niet dat ik het beter weet
Daar gaat het ook niet om
Wat uitmaakt is dat recht is
Wat recht is, en niet krom.
Taxistandplaats Haarlem NS.
Wij duiken de kop op
Wij slaan er de hamer op
Zoeken bij hoogwater spijkers
Zo zijn wij steeds meer
Met steeds minder gêne
Een rotvolk, van
On-be-nul-li-ge zei-kers.
Taxistandplaats Haarlem NS.
Druivendrecht –
ik wankel.
Heel mismoedig
zwalk ik –
van perron naar trein (
wijn moest maar weer over zijn)
– ik doe een harde boer.
De uienlucht
die over het land waait
De armoede
die ons bevangt
De God van de angst
die van ons verlangt
dat wij boven onszelf blijven staan
die moet aan het zwakdemocratische kruis
niet naar het pluche maar voor heel lang naar huis
die God, die zoveel heeft ontdaan
die God, die moet eraan
Kort na de Tweede Kamerverkiezingen van 2006. CDAf dus. Dat vind ik, maar intussen volhardt het volk in angstige godvruchtigheid. Bah, het zijn barre tijden.