U is niet tante Julia;
Die heb ik nooit gehad
Toch staat u mij bijzonder na
Teveel zelfs, wist u dat?
Toegegeven, zacht en warm
Uw wang tegen de mijne;
En beter dan die van oom Harm:
Zo stoppelig, de zijne
Maar haal nu toch dat prangende
Wat weg van mij, als ’t kan
Dat fraaie overhangende
Ik word er onwelvoeglijk van!
Naar aanleiding van een volstrekt onschuldige Dorien Rypkema, ergens tijdens het kennismakingsweekend van de Commissie Intree in Gemert. Alaaf, hoor, alaaf.