Ga naar de inhoud

Auteur: Michiel van Reenen

Slagzij

De meeuwen houden wedstrijd
in tergend langzaam vliegen
En ik blijf mij bedriegen
liegen dat het beter gaat

Dat is niet waar, ik ben nog daar
waar jij mij achterliet
Ik loop hier op een eilandstrand
te sterven van verdriet

– maar stil, zodat niemand het ziet.

Hoornderslag, Texel.

Donderdagslust

Waar in groene weetikveel
iets blauws, zacht sissend, fluistert
duistert het vanzelf gezellig
waast het naar een nieuwe dag
Ik dank jou voor al mijn zorg, en
dat ik in jou komen mag.

Terras van Café De Roemer, Haarlem.

Nogbier

Tegen de tijd dat ik
– alweer vergeten
tegen de drammende donderdag trap
is deze woensdag al weggesleten

Niemand zal zich mij gedenken
en dat is niet slecht
beter dat dan, na je dood
nog altijd in gevecht

Tap mij nog een biertje.

Café De Roemer, Haarlem.

Mooier in de zon

Zelfs een betere wereld
is mooier in de zon
Goede winnaars willen blijven weten
hoe het ooit begon

Vandaag, in de regen
kan ik ertegen
ik zie een ballon

die, in langzaam aanzwellende wind
uit de hand van een kind
naar de hemel ontsnapt

langsheen zonnestralen
voorlopig niet dalen

maar zweven zal, tot-ie binnenkomt
bij mij – zo zal ik lezen
op het kaartje dat mij overstomt
, zich in mijn geest gaat frezen:

zelfs een betere wereld
is mooier, in de zon.

Immenselijkheid

Immenselijk, is wat het is
Precies, da’s wat het is
Vandaag zei dat een brandweerman
die, tussen Rembrandt en Vermeer

toch eerst de mens zou redden
(de nachtwacht, niet De Nachtwacht)
en dan het hele ding
omdat dat wat er hing

immenselijk van waarde is
dus niet te onderscheiden
voor een brandweerman, dan

Zo kon hij mij verblijden
met een truffel voor mijn taaldis

Vandaag begon de ommekeer
(Wie had het durven wedden?)
De macht ging naar een nikker (hoi)
De macht ging naar een nikker (hoi)
De macht ging naar een nikker (hoi)

Een vage pennelikker (cowboy)
– ’s nachts een klacht bedacht –
stapte naar de rechter
en dat kon wellicht niet slechter

maar komt dan minstens vast te staan
dan raast er onzin, van de baan
dat maakt de weg wat rechter

Vandaag trekt een immenselijk
licht spoor door ons bestaan

Da’s volgens mij best wenselijk.

Bij de inauguratie van Barack Hussein Obama als 44ste president van de Verenigde Staten van Amerika, en het aanklagen van Geert Wilders wegens (al dan niet vermeend) haatzaaien.

Roodborstkijken

Waar de muze werk vergt
kan de muze niet meer zijn
die is er eerst, die komt ervoor
en door, een eindeloos refrein

Als dat niet klinkt, maar men verzinkt
in peilloos diep geleuter
verkneuter ik mij liever dan
dat ik een pot ga zeiken

en ga ik roodborstkijken:
dat is mooi, dat vind ik fijn.

Bij eerste lezing van Victor Schiferli’s ‘Toespraak in een struik’, maar niet over zijn (uitstekend) werk: meer n.a.v. een gesprek met een aanhanger van het Ampzing die tegen mij zei: “Veel werk, hè, dichten?”. Welnee. Als het dat is ben je geen dichter. Het IS zoals Keith Richards zegt: het drijft langs, je springt en grijpt ernaar, en af en toe grijp je niet mis.

Mama, ik ben door het ijs gezakt!

Maar, nu, nieuwjaar
en alles fris in wit
alsof daar wat in zit
stiekum git is wat het is

waar gitzwart ijs ons
glijmisleidt te denken dat het meevalt
terwijl bij al die zeespalt
molens malen, boven slons

it gaet nit oan, het gaat nooit meer
zelfs als het ooit nog komt
die tijden zijn voorbij
daar zijn wij niet meer bij
wat was komt enkel terug
na ons, een zondvloed voor de brug

en dat is goed, dat hoort, dat spreekt
de mens, dat zingt en kraakt en breekt

en wie niet luistert naar
de stem die zegt: “Niet luisteren!”
die weet zich, tegen duisteren
verwakt en rillend mis:

daar helpt geen lieve moeder aan.

Grapwoorden

Slawine en andrijvie
heb ik net gehoord, zijn groen
het lazert naar beneden en het drijft
is wat ze doen

Ik moet daar hard van lachen, ja
het is een soort van uitje
maar harder lacht, vanachter heg
het snaaks guerillaspruitje.

IJspret

Snertmagen schragen
trage schaatsdagen

maar ik kijk uit het raam
heel even, voordat ik opnieuw

het beste van mijzelf ga geven

aan wie heel voornaam
zich op glad ijs laat rijden

en dat zonder kieuw
ik zou het zelf vermijden

maar ja, dat is mijn leven.

Sint Crisis

Raasklaas daast
de daken af
1 piet aan elke vinger
Bisschopsring en bedelstaf
draagt de dakendwinger

Hoe arm wij ook zijn
Hoe broodloos wij ook raken
voor een sober kindfestijn
willen wij toch blijven waken

Neem, dit is mijn pepernoot
Zelfs een suikerbeest wordt groot.