Wie is hier getormenteerd?
Bent u wel eens lekker?
Ik persoonlijk zelden
maar ik baal dan ook, als stekker
Grappen, Zwaansma, zijn pas flauw
als jij ze niet bedacht
Flappen, Zwaansma, zijn pas grauw
als jij ze zelf verkracht.
Wie is hier getormenteerd?
Bent u wel eens lekker?
Ik persoonlijk zelden
maar ik baal dan ook, als stekker
Grappen, Zwaansma, zijn pas flauw
als jij ze niet bedacht
Flappen, Zwaansma, zijn pas grauw
als jij ze zelf verkracht.
De ultieme misdaad
is te doen wat niemand wil
niet te doen wat iedereen wil
na intern beraad
zo kan rede soms zo mooi
en onvergeeflijk zijn
ik wacht niet op u of dooi
ik pak de trein
naar Auschwitz.
Alsof ik niet beter weet.
Ergens, achter dit pand in de steeg
Heeft iemand een krul, in z’n lul.
Mijn glas is net nog niet helemaal leeg
En ik denk dat ik ’t nog eens vul.
Lugosi’s
Tante Anneloor komt de winter ook wel door
zonder sinterklaasgedicht van mij
ik moet dringend dingen doen
want ik maak kinders blij
ik smeer mij in met zwart van oor tot oor
en lach, tot ik weer boen.
Ik denk dat ik een bootje bouw
maar ik heb linkerhanden
zelfs als het varen wil geen idee
waar ik ga belanden
Nodig wel, want regen hard
en lang ook, om te lijden
Het klimaat verandert
dat lijkt niet meer te vermijden.
En er is veel, irritant
aan zo’n man die, aan de hand
jouw leven in de wacht zet
om de menselijke band
Maar ik heb nooit gelachen
zoals ik vandaag weer deed
een minuut of twintig wel
om de zin waarmee hij streed
Je aanvaardt dus dan dat wachten
omdat onzin dat niet wordt
en je laat het jouw tijd duren
want het leven is toch kort
De kaliefs en de buren
maken ons het leven zuur
te eng om naar te turen
wordt ook niet betaald, per uur
Dus we blijven liever reizen
want dat valt in ons te prijzen
het verbreedt je blik, verkort je sik
en scheidt het wijzen van de wijzen.
Verander de boel dus
begin bij jezelf, zoek
niet naar wat lijkt maar
naar wat werkt, hele klus
Slik niks voor zoete koek
maar draag wel bloemen in je haar:
leef de wereld beter.
Mulligans a/d Amstel
Men kan zo thigmo willen wezen
weg te duiken voor het nieuws
dat alles wat wij vroeger prezen
vroeg of laat gaat vallen
Maar liever laat ik, door
de klap erna
mijn zielscomfort
niet meer vergallen
Ik verwacht het ergste want
dan komt het meestal niet
en als toch dan hoorde dat
dus ook niet veel verdriet.
Ik zie een man die zijn kind draagt als doos
vol met boodschappen, nors en
zaterdagboos
Moeders kijkt meer naar aanvallend verkeer
bang voor klappen en morsen
en klaar met verweer
Ik drink wat nieuwerwets “koffie” heet
en ik check of mijn kloffie al dampt van het zweet
zo vlak voor ’t mediteren.
Ik schrijf gedichten
echt nooit voor een ander
ik vind dat niet schrander
niet puur en niet chique
het vuur, de mimiek
en de aandacht van lezers
ik blijf er voor zwichten
maar zal me er zelden op richten
noodzakelijk kwaad als de herrie
van frezers.