Ga naar de inhoud

Auteur: Michiel van Reenen

Winterkilte

Als het koud is
alles oud is
alle blaadjes opgeveegd
maar het ijs te dun

lijkt alles mis
en onverwacht onfris
Karaktermoord is fluks gepleegd
maar wat ik niemand gun.

Café De Flapcan, Zijlstraat, Haarlem.

Pestpremier

Val niet in slaap
maar hou je waakzaam
kijk uit het vijverzijraam
van je torentje

ook zonder horentje
is er nog ijs
Armoe maakt de burger wijs
De satraap is een afgeschafte aap.

Café De Flapcan, Zijlstraat, Haarlem.

Zelfbesteling

De bescheiden die bescheidenheid
ontberen zijn weer binnen
Onbescheiden zinnen onzin
Door verzinnen bijkans buiten zinnen

Toch, in deze vrieskou, geen kou
Wel meedogenloos, geen onmin
Wat mij arm maakt in onvrijheid
is, als immer, namelijk blauw.

Carnaval verkeerd.

Men denkt dat het onzin is
maar dat is het zeer zelden
zelfs als het door vorm zo lijkt
is het meer dan schelden

Wat er in mijn breinen prijkt
– helderder dan helden –
is net zomin vertroebeld, fris
als wat wij uit de sponning lelden

Mensen denken altijd maar zo wat
met geen vermoeden, zijn
om inwendig bloeden net zo plat
als Valentijn.

Dan liever krijsen.

Middagbeeld

Het sneeuwt vandaag niet
in naaldige straaltjes
en ergens vertrekt er een meeuw

Heel zachtjes zwiepen
de takjes wat mee
lijkt nog het meest op gegeeuw

Vast ook stil aan zee
bij ziekige iepen
in zaaltjes, lokaaltjes

in alles, wat je niet ziet

wel, om het uur
de terugblik op vuur
dat nog twee weken brandt
in een sterkbedreigd land.

Cirkels vijf

Ja jij zou jou
aan jou zelf schrijven
ik vind dat iets voor de stijven
en de mageren, van geest

Nee, daar ben ik niet geweest
dat is niet wat ik je noem
ik verheug mij op je roem
maar ik zeg je tegen het beest.

Tiktik

Je werkt verwerkt, je werkt
het af.
Je werkt naar nergens
dan je graf.

Je leeft, je geeft
je alles zeg
je beeft, maar zeeft
je toekomst weg.

En straks, als niks
meer rest, aan tijd
en je kwaadschiks
overlijdt

wat heb je dan
vandaag gedaan?
Wat voor man was je?
Op, of naar de maan?

Klotekolen

Ik droom van geld dat, uitgeteld
in hoeken ligt te stoffen
niet omdat ik rijk wil zijn
of vind dat ik moet boffen

maar om het geweld
waarmee het leefbaarheid verkracht
middenin doorwaakte nacht
noem ik dit een -merrie.

Stop.

Grijpend naar alles
wat in mijn bestaan
het bestaat het bestaansrecht
ervan te verankeren

loop ik hier lekker een potje te kankeren
Denk niet dat ik ooit verander
ben van voor en niet nabrander
Nee! Ik ben de Nederlander.

Tyf nou maar fijn op.

Café de Roemer, Botermarkt, Haarlem.

Baardverhaal

Ook een vorm van cash & carry
Iemand die met klacht belijdt
hoe hij onlangs is bevrijd
van teveel aan tijd

met aandacht aan zijn baard besteed
door barbiers die, bij de vleet
baarden aarden bij, ik weet
de Irrational Library.

Café de Roemer, Botermarkt, Haarlem.