Ga naar de inhoud

Auteur: Michiel van Reenen

Réactionnaire

Het is verdomme ongehoord,
Er wordt hier maar wat aangemoord
Gespoten en gesnoven!

Je zou ze toch, het laffe tuig!
Het wordt zo onderhand zó ruig
Dat is niet te geloven!

Door

Soms is alles schijn en wat op verf lijkt blijkt dan krijt;
Op het hoofd terechtgekomen in een bui van haat en nijd.

Ja, het tabelletje!
Lief kattebelletje,
Redding en hoop in ons donker bestaan!
Waarom dan, vraag ik mij sidderend af,
Vind ik er zelf geen ene moer aan?

Geef mij een bloemetje, rose en wit
Kijk wat een geur en een kleur daarin zit!
Meer dan ik hier ooit zal kunnen ontwaren
Misschien dat de Heer mijn ziel zal bewaren.

Tijdens Schermer’s Thema’s.

Echt onoprecht

Ik word soms zo moe en zo boos van uw blaadje
Uw keuze qua nieuws vind ik ietwat bevreemdend
Uw heldere indeling ronduit vervreemdend
Uw hoofdredacteur een verschrikkelijk zaadje.

Als uw voorpagina mij een orgelman toont
En in vier kleine regels op pagina drie
Ik uw niets aan nieuws over Sihanouk zie
Dan vrees ik dat misdaad misschien toch nog loont

Want geluiden uit koperen pijpen zijn prachtig
Maar duizenden sterven terwijl u luistert
Uw monddode pen is mij ietwat te machtig

Hoort toch wat de waarheid fluistert,
Heft uw stem en maakt hem krachtig,
Leest! U hebt mijn blik verduisterd!

Tijdens Schermer’s Thema’s.

Aangaande Haarlems Dagblad.

Overkant

Dwars door glas en door de gang preekt puntig de profeet
Onzin waar de Brabander zijn liefde niet meer weet.
Ieder woord is mij bekend, hoewel nog ongehoord
Daar, dichtbij, maar ook zover, daar wordt mijn held vermoord.

Dood aan al wat mieren neukt
Vind een groot zacht kussen
Met het bat erop gebeukt
Hun kankerkop ertussen

Bord dat op de muur kapotspringt, eindelijk, de vrijheid!
Nee, ik zit mijn tijd te doden, in mijn vrije tijd.

Tijdens Schermer’s Thema’s.

Touché

Ina heeft haar huis geverfd;
Een witte veeg ontsiert haar hoofd.
Dapper koopt zij paarden op,
Dat had ze ons beloofd.

Ik vind dat ze stinken
En het zonde van mijn geld,
En dat dat stuiterende hinken
Schreeuwt om balen grof geweld –

Maar ik ben nooit onheus bejegend door een knol,
Dus hypocriet,
Van veel geschreeuw komt weinig wol.

Maar wat geen mens meer in me ziet,
Daar loopt mijn zwaar gemoed van vol,
En als haar grijze ogen prikkend priemen beef ik als een riet.

Tijdens Schermer’s Thema’s.

Groene klappen

Hé, Pistache, ’t is pokke zeg
Het leven is weer vol van pech
Ik haat mezelf weer flink
Ik ben de kabel èn de kink
Maar gelukkig zijn de liedjes fijn
Ben jij precies wat je moet zijn
En kan ik op je bouwen
Om mij in mijn mal terug te douwen
Leve jou, lief beertje!

Tweede helft Borkmans.

Jou of het klooster

Ik zing in jouw tuin een lullig liedje
Onder het balkon
Jij gooit op de regenton
Want mij gemist, een potmargrietje

Ik volhard in mijn ballade
Luidop klinkt mijn hese stem
Jij denkt ‘Arg. Vernaggel hem’
En smijt, over de balustrade

Al je huisraad op mij af
En daarna emmers water
Dat is voor mijn moed jouw straf

De natte darmen van de kater
Klinken echter door, ach toe, sta paf
En maak van mij geen kale pater

Amsterdam.

Kielze maais!

Lamijslaapnu, sloopniehuisnie
Loopnielangsdieplanknielanger
Vreetvanduifdievoernieopnie
Rot nu op, spreekt muiszevanger
Anders platkop achter kooi

Kus me!

Pa kan overweg met padden
Veertig samen in een emmer
Fraai gedrag der kikkertemmer
Alsof padden inspraak hadden

Niets ervan, ze mogen springen
Kwaken en kapot op borden
’s Avonds overreden worden
En zo meer van dat soort dingen

Wees vooral geen kikker
Naast de mens is er de ooievaar
Kinderkruiend kikkerbikker

Ai, wat is het leven naar
Reigers worden alsmaar dikker
En een prins, pad, jij? Nou, ho maar.

Schalkwijk-Amsterdam.