Komt lente, komt hagel
(huilende wind door
een kaal Tintagel)
Komt zon om je mondhoek
Een lach in de lucht
(alle gedachten
gebouwde kastelen
plannen mislukt
voor elkaar op de vlucht)
Alles wat uitliep
verwaaid in de knop
Maar aan mijn hartshiep
geen bodem, geen stop:
’t Is lente omdat ik dat wil.