Het oogje van de slang
denkt dat het zien kan
heel het leven lang
totdat het ouder wordt
De wereld, toch niet bang
vindt er van alles van
weet, met de dood in zwang
dat niets veel ouder wordt
Kerels, in de gang
naar een fikse marenban
roepen heel hard pang
omdat het kouder wordt.
En ik dans in de zon
voor wat paaltjes in het zand
ik lach en heb al stervende
jouw miskleun in de hand.