Als tegen alles in de stroom
zich om de spoelen wikkelt
en eenzaam in het wit van stoom
een bergbeklimmer bikkelt
valt het allemaal vast mee
maar keihard naar beneden
Steen dan even koud als zee
en leven snel vergleden.
Het Wapen van Bakenes.
Als tegen alles in de stroom
zich om de spoelen wikkelt
en eenzaam in het wit van stoom
een bergbeklimmer bikkelt
valt het allemaal vast mee
maar keihard naar beneden
Steen dan even koud als zee
en leven snel vergleden.
Het Wapen van Bakenes.
Van open zee naar zo’n riool
Het is, niet eens, een hyperbool
Als je maar sop ziet voor zeilen
Het is een zaak, van zang en keilen
Laat het, door heel de hoofdstad,
klinken.
(Voor de Greasecrowd in Tuschinski)
Je hebt dus, overigens, bezoek
Slecht, dat je er niet bent
Kan niet kloppen, in mijn boek
Jarig en je eigen tent
Dan hoor je daar dus te zijn
Hoe moet ik anders mijn plicht doen
Het is zo en niet anders, pret of pijn
Vandaag is, stiekem, net als toen.
Voor Jochem.
En als ik dan door straten loop
waar ik altijd al liep
met in mijn hoofd die stem die net
alles in mij opnieuw schiep
weet ik dat ik thuis ben hier
en dat ik goed heb opgelet
dus, vind ik, verdien ik bier
dat ik op zijn gezondheid koop.
(Voor Art)