Dit is een feest, van avondkleur
en, hopelijk zonder dat ík zeur
rustgevend, om te beleven.
Ik ben soms óók wel gestresst
maar dan voor heel even:
ik doorstond mijn test;
dit is waar ik thuiskom.
Terras van Café de Roemer, Haarlem.
Dit is een feest, van avondkleur
en, hopelijk zonder dat ík zeur
rustgevend, om te beleven.
Ik ben soms óók wel gestresst
maar dan voor heel even:
ik doorstond mijn test;
dit is waar ik thuiskom.
Terras van Café de Roemer, Haarlem.
Er zullen niet veel van die dagen zijn
dat ik nu nog fijn kan observeren
(wel met pijn, maar dat moet ik leren;
zo’n hart kan maar net zoveel hebben)
Tegen de tijd dat ik niet meer lijn
en jullie me, brandend, weg zien drijven
zal wat ik nalaat misschien niet beklijven
dat is het eindeloos nadeel van webben
Maar dit ben ik, ik wil niet anders
ook niet als dat kan
Men vindt dit wellicht geen schranders
maar ik ben mijn man.
Terras van Café de Roemer, Haarlem.
Kijk, ze laten een vlieger op
net waar ik het niet kan zien
En waar die kwispelt met strikkenstaart
telt de hoop voor tien.
Terras van Café de Roemer, Haarlem.
JIJ bent symbool voor de bulten en bergen
de vallen, valleien, de afgronden diep
Jij bent de stilte en rust in mijn ziel
het geluid van de steen die een stukje omlaag viel
hier loop ik weer, waar ik toen ook al liep
vind ik verweer tegen dingen die tergen
Jij bent de grond onder mijn beste werk
rots van vertrouwen en bron van mijn lach
Door jou blijf ik sterk
jij bent de Grubach.
Maar je weet dat dat strand
niet meer kan, niet meer wil
het is al herfst, met kastanjes, stil
ze vallen in puntgroen spontaan
voor mijn schoenpunt
en ik vind daar niets aan
maar ik ben van stand.
Terras van Café de Roemer, Haarlem.
Dingen maken, vervolmaken
Vol of half, halveren,
Expanderen, dronken kalf
Dempen kun je leren.
Maar ik ben daartegen.
Ik doe, liever, legen.
Terras van Café de Roemer, Haarlem.
Naweeën van vakantietijd
eindeloos beelden van andermans strijd
zwiepslag van regen, tegen mijn raam
kan er, even, niet meer tegen
ga hier maar eens ver vandaan.
Naar waar berglucht vrijmaakt.
Ik zie niet bijster in
wat vrijheid gaat betekenen
als zelfs een oude vrijster nog
op meer geluk kan rekenen
dan iemand die alleen maar
(de handen in schaars haar)
een leven zonder horror zoekt
en andermans successen boekt
met werken, molens log
van listen die de mens vermalen
en bedrog, om stemmen halen
nee. Zo heeft het geen zin.
Voor Mohamed Rugamana.
Het is mooi best, daar in Zeist
fraai bos om in te wandelen
zie je geen reet van, vanuit de cel
machteloos – kon je maar handelen
Dat terwijl zo’n domme dweil
die jou oppakt de burger niet dient
En ik ben die burger, ’t gaat ook om mijn heil
hier heb ik mijn centen niet zuur voor verdiend
Klinkeren moet weg; pestdetentie ook
Mohamed moet vrij, echt wél
Onzin blijft een lastig spook
dat verzet vereist,
van meer belang dan regels.
Voor Mohamed Rugamana, die om onzin vastzit in het dorp van mijn vader.
Ze houden hier een vreetfeest
en jij zit in de cel
Zij ook, maar dan een zelfgemaakte
mij lijkt het de hel
(met allemaal bewakers
en hekken eromheen
je geld afstaan voor eten
maar ambiance geen)
Dat heb jij beter voor elkaar,
maar het zou leuker zijn
als je hier was, of wij daar
maar vrij om wat te feesten
we zijn per slot geen beesten
maar mensen met ons allen
bakkeleien doet maar pijn
dan liever lol, de ballen
blijven liever achter hun hek
in plaats van jou ertussen te proppen
maak de mensen minder gek
en laat die onzin stoppen.
Voor Mohamed Rugamana.