Ga naar de inhoud

Maand: augustus 2007

Zweem

Na vieren, als
vanzelf
de kruimels overal
tuimelend zijn
neergedaald
fel, de zon zich
afstraalt
glans ik in mijn wereld.

Terras van Café De Roemer, Haarlem.

Stroomgebied

Prachtig, is het, dat
als en waar het waar is
het is waar het klaar is
waar het daar is,
in de stad.

Terras van Café De Roemer, Haarlem.

Delf

Omdat, als alles ingroeit
het toch opzij zal moeten
(bloed- en ruwweg wroeten
enkel leidt tot loze pijn)
ga ik vast die kant op
neem ik het op band op
spring ik er fijn uit
totdat het, uit zichzelf,
weer bloeit.

Terras van Café De Roemer, Haarlem.

Geven

De grote hyacintenboom
– met blauwe blaadjes
die is vandaag pikwarm
van de goede daadjes

Ik zal hier, als mokro-oom
– maar dan straatarm
eens lachen, naar een medelander
beter land is voor de ander

Nimmer Voor Jezelf:
Doe Wel, En Zie Niet Om.

Met dank aan Frank Huynen en Kinderopvang Prinsheerlijk.

Kus

op zich laat het wachten
maar ik niet op mij
want zelfs in gedachten
word ik niet blij

van eindeloos talmen
van telkens niet doen
herkauwen van halmen –
stil! hier, zoen.

Pleurijs

maar als ik,
terug tot mijzelf geworpen
kijk naar ’t gekakel
in ijzige dorpen

reis ik nog liever
zwart naar de zon

dan te blijven in waar het
vanzelf, begon

hier, waar ik echt leef

omdat ik liever tegenstreef

Schrijfreis

Je brengt rond wat
je eerst niet had
je maakt je borst nat
dan van binnen
ren je weer naar buiten want
buiten, aan de anderkant
valt nog veel meer te verzinnen

Nieuwe Toneelschuur, Haarlem.

Riviermerrie

Omdat ik droom waar,
onderstroom
de stroom er onderdoorloopt
ben ik, dat ik denk
dus schenk
mij er geen meer in
(sloopt)

Lugosi’s, Haarlem.

Kroegdraad

Waar in bruinend beukenhout
spatel klinkend zingt
blinkt de goudheid van het bier
kom ik toch weer vaker hier
zal ik branden als een lier
stil bij wat zich opdringt.

Café De Roemer, Haarlem.

Onderwijsheid

de ergernis, die
in mij is
die zal mijn tijd wel duren

ik maak mij alsmaar kwaad
om wat nimmer overgaat

de vreselijke stomheid
van mijn buren

van al mijn landgenoten
onopgevoed en slecht
die mild, maar onverdroten
doen wat ik bevecht

alleen maar aan zichzelf
en hun gedoetje denken
ik weet wat ik, als sinterklaas
het zootje graag zou schenken

een kogel, door de kop

dit is de tijd, aanvaard het toch?
de dingen zijn te traag en log
om nog iets aan te doen?

gelul, ik sla er keihard op
dan liever van katoen, het is

een kwestie van fatsoen.

En fatsoen moet je doen.