Ga naar de inhoud

Maand: april 2003

Tijdlijk

Omdat ik, in verloren uren
Door dat raam heen kijk
Weet ik mij in zuurder turen
Heel vanzelf onbilliklijk

Waar, in groenverbruind kastanje
Heel jouw woud oranje ademt
Zet ik in vergeelde franje
Heel mijn wezen onbevademd

Peilloos diep hier neer.

Nieuwe Toneelschuur, Haarlem.

Ontplofrood

Gothisch en cyrillisch
Idyllisch overvoerd
Trek jij spek vanzelf erover
En zo wordt dat zwoerd

Waar ik vet en venkelwens
Samenbal tot balen gyros
Bindt zich een vernieuwde eros
Tot een ouderwetse mens

Ik zie u, niet daar maar hier
Te kortzichtig voor vertier
Herversnoerd, ontploktfok

Nieuwe Toneelschuur, Haarlem.

Voorjaarsdepressie

Maar ik kan
Met alle slechte wil die in mij is
Dat ook niet helpen

Wat vanzelf komt vliedt te snel
Stolt te slecht, hel te stelpen

Zo bijzonder als ik ben
Als jij mij zegt te vinden

Kan ik toch niet temperen
Wat me blijft verblinden

Wil ik dat ook niet maar kan ik
Met die warmte niets
Dan wachten, tot het winter is.

Nieuwe Vide, dak.

Vox impopulistici

Ja, dat kun je vinden
Maar dat mag ik ook
Tegen dit verblinden
Schraagt zich breed mijn woedekook

Dat kan mij niks schelen
Ik heb mij te velen
Dat is erger, ook.

Dak, van Nieuwe Vide.

Lastpat

Lastpat leidt tot lidverlies
Op persoon gespeeld
Afknalbal met stoelendans
Ziel op voorhand al vereelt

Ik zal mij wel weer vernieuwen
Rammelvast door platen slaan
Ademen door nieuwe kieuwen
Eeuwig zwemmend verdergaan

Niets is nieuw en
Alles mat
Wie wat wist, die weet wat.

Bij de reorganisatie van Wegener eMedia.

Bevrijdend

In tegendraadse onpatronen
Reis ik door uw tijd
Stomtoevallig rijdt de trein mij
Door het land waarin wij wonen

Mocht ik tegen bomen praten
Wees dan niet verbaasd
Van papieren tragerblaten
Raak ik wat verdwaasd

En dit land, dat doet dat steeds
Elke vondst treft hier
Kluitmuur kastriet kutpraat, reeds
En onfijn formulier

Kzou mij bijna Baghdad wensen.

Bij de bevrijding, van Baghdad.

Plop

Dit kan, wat ik hier, met jou
Niet heb gehad niet raken
Tegen wat jij mij niet meldt
Kan ik niet in stelling raken

Waar ik, ongeprovoceerd
In zwijgse vrede blijf
Sla ik mij, verkeerd benaderd
Alles van het lijf

Totdat het wederkeert
Ik heb dat vandaag geleerd
Wat ik al jaren wist

Brood beklijft niet, maar
Het gist.

Nieuwe Toneelschuur, Haarlem.

Ontover

Waar wolken zich blijven verkolken in
Hoogvlied, vertolken zich ijl de terzinen in hooglied
En zweeft daar vanzelf de verspeel op voorbij

Waar ik in gouden geflikker van vlammen
De koppigheid in mij door voel drammen
Weet ik dat ik jou, niet meer, voel in mij

Zo voelt dat, de schater langszij
Klinkt als ‘uit’ en ‘over’.

Proeflokaal ‘In den Uiver’, Riviervischmarkt, Haarlem.

Nieuwjarigheid

Voornemens verbeteren
Goed of niet zal blijken
Maar slagvaardig prijken
Houvast hier, en harmonie

Terwijl, in kleurvervormde lagen
Alle slapte goedkeuring
Alle flauwte prijsreuring
Jubelvol mag wegdragen

Wat niet werkt doet dat alleen niet
Als het ergens aan is
Alles wat verspert is mis
Behalve als het helder ziet

En afstopt wat blokkeert:
Geen illusie armer, wel weer wat geleerd.

Nieuwe Toneelschuur, Haarlem.

Hello, world.

Ik, marmot maar
Dan kapot, of
Althans,
Lenteziekjes

Leef op een te vuile vloer
Van herverhitte kliekjes
Totdat het overgaat

En, voor de dag weer is herwonnen
Dat wat knaagt weer opstaat
Klauwt naar, toch nog, nieuwe dag
Zich niet laat bederven

Dweilt, en wel met verve
Wereld, goedemorgen.

Lugosi’s, Haarlem.