Ga naar de inhoud

Maand: januari 2003

Denk, in Holland, vrede.

Waar, in traag, oneindig laagland
Breed rivieren stromen
Denk ik liever niets, maar laat ik
Koeldrift vrijuit komen

Ik omring mij met meer Hendrik
– hef, hooguit, de hand –
Laat dit land, dat langer al was
Aanwas maken, blijvend dromen

Van wat goed en echt oprecht is
Harder dan de sufperceptie
Soepel zwemmend nedervis
Stuwend tegen misconceptie.

Toneelschuur, Haarlem.

Nog gevonden III

Staren naar een vingerplant
Alle veren vers aan kant
Helderwit gekleurd en altijd
Overal op voorbereid.

Stalen haren overeind
Klaar en krachtig uitgelijnd
Drammend rammend voorwaarts
Verder naar de verste tijd.

Officia 2, De Klencke 4, Amsterdam.

Wie van ons vertrekt?

Als ik mijn kaboutermuts
In wijnazijn verdompel
Wees dan op je hoede

Als ik trapstamp, langs, in guts
Onder boos gemompel
Maak het je dan kalm te moede

Ik zal jou nooit schoffelploffen
Of je kop vol kul ontstoffen
Maar ik denk dat, in mijn woede

Jij het langstro trekt
Wel gelukkig, niet oprecht.
Onzin gaat voorbij

Toneelschuur, Haarlem.

Roodtover

Diep scharlaken schoonheid schrijdt
Verlopend naar de bar
Uitgelopen rouge glijdt
Haar valt in de war

Maar je blik blijft stralen
Ongelogen, wat jouw ogen
Zijn en zien trekt kale zalen
Vol, geen woord gelogen

Ik, uit voorzorg kaalgeschoren
Wentel rond mijn ring
Weet mij veilig in waarvan ik
Wezensheel voor altijd zing.

Toneelschuur, Haarlem.

Prrrt Replay

In jouw groenblauw heilheidsdenken
Past jouw brilgrijns onverlet
Er is door de minderen
Meer met minder wel verzet

Maar in het vandaag van heden
Kent ons volk weer zelf zijn mos
Dus weer negen lettergrepen
Wouter Bos, Wouter Bos, Wouter Bos.

Toneelschuur, Haarlem.

Lovervecht

Oh, als nu dat neusje
Bruggen bouwen zou
Dan bracht dat beter bomen
Nu krult het in furie, rauw
Mokkelmoord door kneusje

Heus, ik ben een plantverbreider
Van mijn groendrift
Strak de leider
Maar dat liever dan de kift

Die ik vind in jou
Omdat ik, waarde femkefeeks
Niet van kiftdrift hou

Toneelschuur, Haarlem.

Flippervis’ verlangen

Middeleeuwsde waanzin was de waan vandaag
– maar jij bleef kalm –
Heel heethoofdig kolkte het zichzelf omlaag
– tot in jouw handpalm –

Koel, koudbloedig, bleef jij grijnzend rede preken
– achter aswalm –
Tot je toesloeg, flitsend springend
– prachtige rivierzalm –

Mooi in stervend avondlicht
En in je vrijheid raak
Ja, het was een mooi gezicht
Maar daar hang je, aan die haak
Flippervis gevangen

Toneelschuur, Haarlem.

Zwenkdenk

Waar ik in mijn keizerschap
Een fijnrijk ambieer
Zet ik in mijn schooierdom
Schier ascetie neer

En niets hiervan is zo bedoeld
Het hoort niet bij elkaar
Toch is het oprecht gevoeld
Daarom wankelwaar

Niet dat dat een schande is
Zwabberen doet goed
Enkel deemoed maakt ons mens
Alles mag, niets moet.

Sloterdijk – Spaarnwoude.

Wentelwee

Dwars door zand slaat traag
De schaar, rond, van een ploeg
Dat is voor dit arme land
Even metafoor genoeg

Want beter dan de duivelsprins die hij
Zo mooi beschreef
Zei in Trouw, van gisteren
Het prachtig Herman Pleij:

Wij zijn toe aan vastentijd
Onzin gaat voorbij

Spaarnwoude – Sloterdijk.

Vuurgevecht

Tegen twaalf verloren maanden
Overstaat een nieuwe tijd
En waar wij ons winnaars waanden
Schuilt vergeten narigheid

Oud vergif vergaat niet
Zelfbedrog werkt door
Op de zangers van dat lied
Gaat de rede voor

Tegendraads en tegenstreven
Onderscheiden zaken
Het is net het echte leven
Eerst komt mikken, dan pas raken.

Officia 2 De Klencke 4, Amsterdam.