Sinds morgen zal er nergens meer
Een baan bestaan die Chielie niet aankan
Man tegen man dan
Die niet kan ontwrichten wat stevig gegroeid is
Maar heel erg vertrapt en ontzettend verfoeid is
Terecht
Tot gister bestond er geen spoor van verdwaling
Van plaatstalen schotten of houten bepaling
Het regent nu buiten
Ik kan niet vergeten hoe zwaar ik gezweten
Gejubeld, gejouwd en gestorven heb
En dus
Tot morgen, als er immermeer
Als immer weer de neerslag er zijn zal
Van kroning tot molval
Voor als u wilt vluchten is daar dan de deur
Naar ver weg van mijn zwammen en ziekig gezeur
Zie je zoen