Omdat, in donkerdronken
Zich steviger steen verbeidt
Hoop ik, vanuit een somber geborgte
Stil, op een betere tijd.
Voor jou
Om mij
Naar wij.
Café Lugosi’s, Haarlem.
Omdat, in donkerdronken
Zich steviger steen verbeidt
Hoop ik, vanuit een somber geborgte
Stil, op een betere tijd.
Voor jou
Om mij
Naar wij.
Café Lugosi’s, Haarlem.
Ik houd niet genoeg van jou
Om dat niet mee te tellen
Kan gemis niet boven mijn
Respect voor mensen stellen,
Nog – en ik weet
Omdat het niet sleet
Dat ik dan niet kwijn
Wees dat wel en
Durf te stellen
Of, toch, niet mijn vrouw.
Je kunt dat proberen maar
Altijd
Alleen als je niks hebt verwacht
Komt, uit die onbekeken hoek
Valnijd
Kwaadheid
Word je vals verdacht
Nooit meer open boek
Kraakt, splijt
Onschuld, zoek
Blijf opengooien
Laat niet ontdooien
Wees onbevroren.
Kaler dan
De uitloop, hier
Buikloop nader
Dan het bier
Valer, maar
Nog voor de boeg
Warmer werken
Ploegend zwoegen
Peespigment
Over naar de zomer.
Terras van Café De Roemer, Botermarkt, Haarlem.
Je weet dat dat verdwazing is
Maar daarvan komt het ergste
Nee, we hebben niets geleerd
Van weer een eeuw geschiedenis
Maar wel van die ervoor, want
Kritische distantie
Vergt militie, massamoord
Dat hoort hand in hand
De frisheid van de
Wereldbrand.
Terras van Café De Roemer, Botermarkt, Haarlem.
Waar als ik,
Langs de bomen heen
Mijn Vrede toch weer vind
En links van alle egoïsme
Alles weer opnieuw begint
Daar heb ik, in grijze zon
Altijd al gedacht aan
Hoe het, tussen ons, begon
Terras van Café De Roemer, Botermarkt, Haarlem.
Kijk, de oudverbrilde heer
Met drie van zijn discipelen
Lieden die zich onversaagd
Door hardklank laten piepelen
Zo gaat dat altijd weer
En ik moet u zeggen
Dat men soms, en zonder meer
Ze voor minder om zou leggen
‘k Zou het toch niet hopen
‘k Ken er die er slechter
En verlopener mee lopen
Drie maal één hoera –
Voor de oudbebrilde heer
Zo zie je ze maar zelden meer
En nou de beuk, erin.
Terras van Café De Roemer, Botermarkt, Haarlem.
Als op zo’n eerste zomervrijdag
Koelbries nog bestaat
En, ergens van daarbovenaf
Vrieskou naar beneden slaat
Haal ik mijn vermaak uit allen
Die dat minder gaat bevallen
Die onthutst en heus ontdaan
Zich een zonniger bestaan
En veel tequila wensen
Die ik, onderwijl
Met lange teugen opdrink, mensen.
Terras van Café De Roemer, Botermarkt, Haarlem.
Geef mij niet jouw ongenoegen
Niet jouw ziek gemier
Niet jouw kijk op ’t koninkrijk
Interesseert mij toch geen zier
Geef mij, tot ik uit mijn voegen
Van genot barst, hier
Altijd overvloediglijk
En onbeperkt, meer bier
Nooit
Genoeg
Liedjesschrijvers
Hier.
Terras van Café De Roemer, Botermarkt, Haarlem.
‘k Zag vandaag wat Rococco
Vantussen de gothiek
Die diende mijn geheven hand
Ongedwongen van repliek
En dat vind ik nou prachtig
Dat geeft mij seizoenshoop
Niets overleeft halfslachtig
Liever vers geslacht
Groet, wie u kenbaar is
Oprecht, liefst onverwacht.
Terras van Café De Roemer, Botermarkt, Haarlem.