Ga naar de inhoud

Auteur: Michiel van Reenen

Zomerpuf.

Buiten waait veel te hard
Binnen bloedheet
Ramen moeten open, dicht
Licht moet donker, gapen
helpt niet, niet te slapen
badend in koud zweet

Wens mij windstilte
of netnietkilte

doe me dit weer niet
ik wil stille sterrenflonker.

Remetiek

Tussen dicht en dichter
staat weemoedigheid
om vrijheid van regels
die ieder kan verklaren

die drift die niet laat varen
maar kleeft van de bezwaren

die kapt onze klapwiek
nog voor ze verheft

voor we afzetten, scheren
met niets in gevecht

dan de vreugd van vleren,
de boog van vluchtvlecht

die komt niet
de regel moet weg.

Vlucht

Er is geen schoonheid in om
er is wel beauty in toen
Alles duurt alsmaar te lang
Alles begint met een zoen

En ergens in die heiigheid
blijft alles alsmaar haken

terwijl ik allang
in vrijblauwe lucht dans
waar verder niemand gaat geraken

Triest dat is het
Maar daar ben ik niet:
in de wolken

Rondvaarthulde

We dansten langs de grachten
kwamen verder dan we dachten
en huilden van plezier, daar op het plein
dat kun je onzin noemen
ik zou het liever roemen
als hoe een groot land klein kan zijn

Even niet zo onverbonden
even bij elkaar

Morgen zijn er nieuwe wonden
is het alweer klaar

moeten we weer jaren hopen
dat we ons niet overlopen

dat we blijven, wie we zijn.

Vierdagengiechel

Ik sliepte de boel uit
terwijl ik sliep
en nu, wakend
sliep ik nog steeds

Elke boom ander fruit
“ho” maar ook “hiep”
ik, alsmaar blakend
immer nog steeds

En ergens overmorgen
als de eigen zorgen worgen
glimlach ik mij verder

Ik doe fijn iets anders
helderders en schranders
wees uw eigen herder:

het regent, waar ik liep.

Sorry

Lispel eens lekker een ding bij elkaar
Het is er niet echt, maar het klinkt er wel naar
Als je maar liegt, als ik niet hoef te horen
Wat echt is – dat zou m’n illusie verstoren

Zo, leerde ik, horen dames het graag
Maar ik niet, want tot op de dag van vandaag
Kan ik alleen maar mijn echte ik zijn
en wil ik niet anders: dat doet mij pijn.

Feesboek

Je bent op slag genezen als je,
even uit op kezen, op de
Facebook wat gaat lezen, over
wat belezen wezens leven

onvolprezen twijfels, die al
rezen in de Eiffels, en de
Alpen dezer wereld, komen
binnensjezen, en opnieuw

ga ik liever huishoudpezen
– rare lieden, die mij vrezen.

Moenielachnie

Ik houd niet van hihi
dat doet mij maar pijn
Mijn buikspieren vinden dat
merk ik, niet fijn

Je moet tegen mij daar
niet zo over achen
want het is een feitje:
ik haat lachen.

Bij het ontdekken van de geweldige twitterfeed van Duckstad.

Walschip

waar nog flink wordt rondgekosterd
maar steeds minder wordt gekerkt
lijkt de godsbeleving steeds meer
naar intern verwerkt

en als wij nu nog knielen zien
maaltijd voor de mosterd
dan is dat niet voor god
maar voor de onmacht en, misschien

wordt men toch graag bedot.