Van open zee naar zo’n riool
Het is, niet eens, een hyperbool
Als je maar sop ziet voor zeilen
Het is een zaak, van zang en keilen
Laat het, door heel de hoofdstad,
klinken.
(Voor de Greasecrowd in Tuschinski)
Van open zee naar zo’n riool
Het is, niet eens, een hyperbool
Als je maar sop ziet voor zeilen
Het is een zaak, van zang en keilen
Laat het, door heel de hoofdstad,
klinken.
(Voor de Greasecrowd in Tuschinski)
Je hebt dus, overigens, bezoek
Slecht, dat je er niet bent
Kan niet kloppen, in mijn boek
Jarig en je eigen tent
Dan hoor je daar dus te zijn
Hoe moet ik anders mijn plicht doen
Het is zo en niet anders, pret of pijn
Vandaag is, stiekem, net als toen.
Voor Jochem.
Dit volk, dat
voor tirannen zwicht
en lijf en goed verheft
boven licht
zal niet snel verheffen
tegen stelers, of het heft
behanden, liever keffen
– dit volk slaat zich plat.
Ik ben voorstander van getrapte democratie zoals wij die kennen. Wij hebben het in dit land prima geregeld.
Je bent vanzelf tegoed voor deze wereld
ze teert op jou en vreet, van binnenuit
Let goed op en laat je niet verteren
anders komt leegte, onder je huid
Je bent van water, vuur voor deze aarde
maar soms lijkt alles lucht er binnenin
De tijd zal vast de vreemdste dingen leren
Zo hoort dat ook, het heeft zijn eigen zin.
Na eenheid komt chaos en waanzin
verder echt helemaal niets
daarom moet eenheid blijven
zonder gelul en geluchtfiets
ik ga niet hopen op hypocrisie
maar wil er iets beklijven
dan moet die tellen voor drie
anders overwint de onmin.
Het huilen van de wind die mij, vandaag
al niet beviel
lijkt op het loeien van de ventilator
heel debiel
Ik denk dat ik meer regen wil
en minder van mercator
ik geef perspectief een gil
liever dan geklaag
Het is, heus, mijn eigen schuld
ik kon niet overtuigen
daarom zal ik, ongeduld
met liefde voor de onzin buigen
en intussen dingen doen.
Het klinkt hier nog naar Stalingrad
dus, ergens in de verte
naar dood van de gebouwen
en op alle fronten sperte
ik weet wel wat is gehad
en niet wat nog gaat zijn
maar ik ben gehouwen
uit een hoopvol soort kwatrijn.
Dus die bliksem en die donder
laat ik onverlet
ik krijg mij er toch niet onder
reizen is een wereldzet.
Doe, vooral, eens niet zo naïef
De gemiddelde islamiet is normaal
maar dit verhaal
is van soldaten; oorlogsmisdaad
, zaak van verraad
aan het religieuze gemeengoed
dat blijft, steengoed
liefde voor naasten
en ik wil mij haasten
twee luiden te duiden
dit zijn geen debielen
geen simpele zielen
maar zeer slimme eikels met mis
Waarvan een boel, lijkt me geen gis
maar: blijf je rustig op rede verlaten
hef het hoofd en help mij blaten:
weg met de kalief.
Bij de
Ik haast mij langs de huilfonteinen
(naar, ver, weg van jou)
ik hou zo van de kou
en van de lege pleinen
ik reis graag, dat wel
maar met verlaten treinen
op nooit begonnen lijnen
waarin ik wat wodka bestel.
De grondbloemen staan
in het ijs op de ramen
alles komt zonder ons toch nog tezamen
een ruimtestation trekt als vuurwerk een baan:
er is toch hoop, voortaan.
Ik ben niet uit de lucht gelazerd
en ik doe het nog
ze vragen me te zingen
niet onprettig, toch
voel ik me belazerd
door geld en rijstebrij
maar niet getreurd, die dingen
horen er nou eenmaal bij
en langzaam wordt het beter
langzaam wordt het beter
langzaam wordt het beter
voor ons allebei.
Ik wens ons, vandaar, een jaar
waarin wij verder gingen
en ik bid u, edelachtbaar,
tel uw zegeningen.
Als eindejaarswens 2014 op