Ga naar de inhoud

Auteur: Michiel van Reenen

Vechtverf.

Ze verven hier de deur
waar kleine meisjes lachen
kan nog wel met wat meer kleur
zie de wangen van apachen

Tegenwoordig is
een zaak een soort van kruistocht
Los je niet meer op
met bord en gratis bruisvocht.

Terras van Café de Roemer, Botermarkt, Haarlem.

Alles over mij

Maar wat ik zeg is wat jij doet
en er is niks hier wat ik moet
laat staan dat respecteren

Ik word misschien niet heel veel wijzer
in wat uitmaakt voor de keizer
maar die draagt geen kleren.

Wat nou, wat nou?

Ratelend smijtwater tegen het raam
slagwind en waairuis, een reus van een storm
maar ook afterlunchdip, tijdelijk lomer

hier leeft de opwarming op naar haar naam
En loeien wij oei, maar alleen voor de vorm
middenin de zomer.

Introspectiefus

Ze zeggen dat het verder is
dan alles bij elkaar
maar ik vond het heel dichtbij
en dat niet eens zo raar

Men verliest zich in gegis
maar voor wie oplet, is het daar
breng uw beste visgerei
en ook een grote snoeischaar

Wees nog slimmer, luister goed
naar wat u toch al weet
dat u liever in-, dan uittreedt
schitter, in uw onzongloed.

Boekvolk

Het is een kwestie van godallemachtig
een krachtig beleven van discuplezier
vroeger, in de jaren tachtig
was het ook leuk hoor, maar niet zoals hier

Nu, in de onzintijd
krioelen de smoelen verheugd door elkaar
van hun is verdorie, en ook het gemaar
tot in de eeuwigheid.

Schrijftijd

Ik wil wat tijd om een kaart te versturen
een kaartje naar jou, en naar jou
om te zeggen dat ik, wat meer dan je buren
op stille momenten nog steeds aan je denk

En het is maar een armetierig geschenk
zo’n kaartje, maar juist om het turen
ernaar, en de uren besteed aan de bouw
door te denken, van dat wat erop komt

die laat ik graag nog duren

totdat de roep verstomt.

Vulkaandans

De kranten vandaag, vol met misinformatie
geven de werkelijkheid goed weer
en van kerkelijkheid is er ook al niet veel meer
de wereld werkt zich door haar statie

de aarde, intussen, neemt ons ertussen
wij maar zo druk doen en zij maar zo zijn
wij, klem tussen kastelein en azijn
proberen de brand met benzine te blussen

Maar lol dat we hebben, afijn.

Herdenken

Ik roep graag in woestijnen
het is er lekker rustig
het is me hier te vaak teveel moeras
gewoon te kustig

Met kleine koninkrijken
te laf en te kortzichtig
te stampen in de bloedplas
te arm en toch stortplichtig

Telkens als ik dat bezichtig
(waar ik al veel vaker was)
maakt dat evenwichtig
tegen mijnen om de mijnen.

Geluid van geen schreeuwende stem.

Huphup

Ik vind het koud
Ik vind het naar
Maar ik steek bloemen in geen haar
en vier een vrolijk Pasen

Ik kuch steeds minder
dus ik zinder
alles komt in fasen

Bovendien, je weet het nooit
liever niet veel tijd vergooid
tot de metastasen.

Balkonblik

Het is lente zolang nog
de wind door het huis huilt
als je de ramen openzet

Het is lente zolang nog
het wasrek uitpuilt
planten hunkeren naar verzet

en ik nog taai groen slijm ophoest
het voelt alsof het hoort
het is alsof het moest

Het is pas zomer als
we zuchten van de hitte
en, vlekken in de hals,
op alles en elkander vitten

als die gast-met-mijter
met het cruisen in de kop
alweer inslaat, pakjessmijter

Kijk! Der buren kuitenbijter
(tegen rede mordicus,
nonhond excellenticus)
schrokt z’n eigen stront op.