Ga naar de inhoud

Maand: december 2020

Tweestrijd

Hoe kunnen wij niet vreselijk zijn
Is er een weg nog, daarheen?
Gedijt nog goed, daar diep in ons
of zijn we in- en ingemeen?

Is er iemand die ons ziet
zoals wij willen zijn?
lijken wij liefde, of zijn wij pijn?
Is iedereen een stuk verdriet?

Weet ik wel, je weet het nooit
maar ik weet het wél:
ergens, laag in elke hel
overleeft ook hogers

tussen de betogers
staan de twee verhalen
van wie strevend falen
en het recht van ooit.

Wat kan ik voor u betekenen?

Klopklop, er aan, erop
de deur van deze winkel
waar men op gedempte gracht
alles verkoopt, ook wat je wél verwacht

Maar vandaag voor mij geen strop
ik ben geen boerenkinkel
ik zoek geen geld en zelfs geen seks
ik zoek een bezem voor m’n heks

Een bezem voor m’n heks
een bezem voor m’n heks
hoe moet ze anders vliegen?

Of de bodem of de brand
Daarvoor draait er hier geen hand
feest van liegen en bedriegen

Dus zo is het, anders niet
want ik wil de kookpot niet
die anders op me wacht:
ik wil rust, vannacht

Dus vandaag voor mij geen masker
ben geen boerenkinkel
zoek geen schmink en zelfs geen seks
maar een bezem voor m’n heks

Bezem voor m’n heks
Bezem voor m’n heks
hoe moet ze anders vliegen?

Waar moet ze anders liegen en bedriegen?

Maar we zetten ze niet op de stapel hier
we lachen en we drinken bier
bewaren dat voor later
voor nu ontrieft ons dat geen zier:
we werpen ze te water

Geduldig, dat is de rivier.

Expansievat

Plots is dit een nacht van pracht
(de jacht van wolkenluchten)
waarin wij niet, als net nog wel
zuchten onder regendrup

Het is net het net in dub:
geleegde echo van de hel
vergeven van verboden vruchten
die het leven blijven geven

want dat schijnt te horen
of het sterft of wordt geboren

dat is om het even
vreemd, zeer zinloos streven.