Ga naar de inhoud

Maand: september 2016

Mettertijd

En tegen de tijd dat ik,
eindelijk bevrijd
niet meer op jou zal wachten
komen er, uit een donkere hoek
drie grote negers, om jou te verkrachten.

Hoppetiehop

Ik werd vooral genoemd
in niets, zo ging mij dat
altijd

De duivel met z’n pleuriszooi
won immerweer het pleit

Maar ik zal nimmer treuren
er moet alsmaar meer gebeuren

dus je doet maar wat, ik heb
geen tijd.

Stad

Ze drommen, en
de dommen doen
dat samen, als altijd

Het lijkt een hoop
maar is een troop
voor al wat het niet is

tussen plank en paardenpis
loopt de mens te koop
met waar ik graag omheenloop

kom, verlies ons niet in strijd
maar poets elkaars blazoen
samen de vermommenen

tot ieders plots verstommen.

Honderd malen

Telkens als ik wakker werd
om een ander’s waan
als ik waanzin toeliet
in mijn zegenrijk bestaan

beklijfde dat, ik lijfde wat
verloren tijden in
in beleving, onvergeving
niettemin diens deel

ja, dat zegt heel veel
zelfs verkeren valt te verleren
in, spin, de bocht gaat in
hij luidt er nooit meer uit

maar ik breng, in die ene traan
diep in het verschiet
alles mij ooit aangedaan
bij mijzelf te berd’

om mijn te korte tenen
daarom zal ik wenen.

Novum

Ik ben in dit leven zo benieuwd
dat het alsmaar de moeite blijft
je weet niet wat tot slot beklijft
dat doet er ook niet toe

Elke maandag levensmoe –
dat heb ik nooit gehad
Het mooie, voor de dood, is dit:
dat alles zich vernieuwt.