Ga naar de inhoud

Maand: augustus 2015

Geschiedswil.

De mensen mompelen maar wat raak
meedogenloos mummelen, markt en plein
lopen over, van laag geraaskal

konkelen heerst, zoals vaak
braak en verlaten de weg naar welzijn
boven de twijfel de aanval

weg met vreemd, maar dol op shoarma
vereend onderweg naar
vernietigend karma.

Straks, als je zelf niet meer hier wilt zijn
komt de hoop op een haven, maar
dan ook de pijn.

Zelfzicht.

Ik ben mensachtig
en juist daarmee mens
ik leef in de leegte: Ibiza.
Ik vul mijn dag met beluga en bubbels
en, als het niet anders kan
pizza.

Ik vind het prachtig
om, dat is mijn wens
schietend te sterven in treinen
Of mensen het hoofd af te snijden op beeld
en te dreigen met meer,
van de mijnen

Ik ben slechts machtig
achter mijn grens
waar ik bang en verzuurd mij verschuil
andermans trubbels zijn andermans trubbels
ik was mijn handen van anderman,
vuil

Ik word wel tachtig
en schuif steeds de grens
van wat kan en wat mag naar een tikkeltje verder
Ik ben dat allemaal, jachtig, verveeld
wreed, lief, dom, slim en zeer
onbekommerd, zowel als een herder.

Wie denkt dat ik een deeltje ben
is typisch, wel, voor mij
maar gaat daarbij aan menig gen
en half zichzelf voorbij.

Maaiveld

De man van heden maait het gras
dat blijft zoals het vroeger was
wel kortgewiekt, maar toch verziekt
want altijd weer dat groeien

De man van heden denkt, wat rondjes
om de trampoline – het is om te grienen
Dit volk-met-korte-lontjes
zal helaas wel blijven bloeien.

Bij prachtige foto, die Victor Schiferli van zichzelf op Feestboek plaatste. Erop zit hij op een gemotoriseerde grasmaaier in zijn nieuwe tuin.

Instaat

Altijd in deze
ik ben van niets zeker
behalve het niets, dat
nooit loslaat

En ik streef en verzet
tegen alles en nog wat
omdat dat nou eenmaal
zo gaat

Een mens heeft, in wezen
louter de gifbeker
eenmaal op straat
heb je het al gehad

is het uit met de pret
en voor alles te laat
Maar de pracht op je pad
is allang niet meer praal

De mens is, in wezen, uiteindelijk
kaal.

Lijdenschaft

“Dat waren nog leuke tijden”
– want nu zijn ze dat niet?
Het spijt me maar ik denk dat
iemand hier dat anders ziet

Die heeft juist toen vrij veel
geleden, die denkt nu
“verhip, ik leef
ik denk dat ik voor u
en mij dan maar naar nog meer streef”

Het grijpt ons naar de keel
wel, soms, het leven, dat is waar
maar ik zit hier nog lang niet
met m’n handen in geen haar
ik leef niet om verdriet.

Het leven heeft nu eenmaal zin
zolang je leeft, het is wat
met heel veel erin –
laten we samen verder lijden.

Vroegvlucht

De eenheidsworst die mij
uit bed bladblazert
is, inherent, onvrij
en ook nog te belazerd

te beseffen dat, misschien
terwijl hij sliep
ik nog verdien
wat hij mij nu misgunt

Geklop, getimmer en gezaag
gehijs en ook gekiep –
ik wens je slechter, dan, vandaag
want je bent een mispunt:

bouw mij een isoleercel.