Op dit terras, waar ik
veel te lang niet was
pas ik niet meer in m’n polo
Dat kan ik hebben, toch zit ik
hier, vooralsnog, oh, tragiek
om omstandigheden, solo.
Terras van Café de Roemer, Haarlem.
Op dit terras, waar ik
veel te lang niet was
pas ik niet meer in m’n polo
Dat kan ik hebben, toch zit ik
hier, vooralsnog, oh, tragiek
om omstandigheden, solo.
Terras van Café de Roemer, Haarlem.
Wel goed, voor de
arbeidsgeschiktheid
Breken in je eigen tijd
Die niet komt, als er
geen maat komt
Zie niet om, als walser
naar je maat, gekromd
maar vrij naar voren
dan verdampt wat zou verstoren.
Terras van Café de Roemer, Haarlem.
De fraaiheid van dood, die
open en bloot
afkalft en dan op je af klapt
is blauwer en blonder
maar precies het gedonder
dat aan jouw bestaansrand
morgen al over je heenstapt.
Bij James Balog’s ‘Chasing ice‘.
Ik vond die tijd niet heel goed
want ik verloor er veel
Knarsingen, en wenend leed,
en woede, mij ten deel
maar ik zal nooit vergeten
wat in mij heeft gewoed
en daarom smaakt nu elke tik
van wijzer mij zo zoet.
Zo laat men zich tillen
men lijkt dat te willen
het ziet er, althans, zo uit
men bruint zich de billen
(gekste der grillen)
en zit op blaren, sliepuit
Ik sloeg vannacht een mug dood
(best een unicum, op zich:
ze komen zelden zo alleen
maar meestal in een wolk van tig
die sterven in mijn zappotron
dat beter werkt dan een kanon
althans dus, tegen muggen)
dat was dus raak, de vreugde groot
maar nu moet ik de muur gaan pluggen
wat een ellende, waar moet dat heen.