Ga naar de inhoud

Maand: oktober 2003

Stand

Het is weer geen viltje
En het klopt, dat mist
Wat romantiek, maar
Waar ik die ooit wist
Maakte-ie me ziek

En alle rhetoriek
En denken uitgegist
Hang ik er niet langer naar
Het was toch al nooit een list
Valsigheid verkilt je

En het regent binnen niet meer
Maar ik ruik wat brand

Sandelhouten fouten
Wachtend op een weerkeer

Nieuwe Toneelschuur, Haarlem.

Rusttijd

Als jij , in die overtuiging
Ooit nog ruimte ziet
Iets ervan weer te herzien
Bel mij dan maar niet

Heb het lef er dan maar bij
et zelf te komen zeggen
Je kunt mij dat anders toch niet
Sluitend uit gaan leggen

En ik ben vanzelf wel hier
Hoef niet meer te rennen
Vond dat toch al geen goed plan
Laat mij liever kennen

Vluchten past een beter mens
Mij de eerlijkheid

Nieuwe Toneelschuur, Haarlem.

Purmervent

Grappig, dat ik Rijk zie glijden
Als ik net aan fretten denk
Komt daar toch nog pret bij kijken
Vreemd, dat jij daar dan niet bent

Toch zou ik nog liever prijken
Op jouw lijst van verse lijken
Dan met jou, in Purmerend
Leven in een rattentank

Ik kan fretten lastig lijden
Da’s misschien mijn fout

Moet je ander mens voor wezen
Voordat je van fretten houdt

En, misschien, iets anders lezen.

Nieuwe Toneelschuur, Haarlem.

Ongrijpbaarheid.

Trapvangend halflicht
Fletsbleek gevangen
Teerbroos verlangen
Dat nergens voor zwicht

Als ik in dromiger uren verzonken
Onverhoopt naar jou blijf lonken

Sla mij dan hard, dat
Ben je aan jezelf verplicht

Ik zal het jou nooit doen
Kan dat niet en keur het af
Maar is toch geen fatsoen

Voel het zomaar niet;
Komt vaker voor: ik vergiet.

Nieuwe Toneelschuur, Haarlem.

Lesheks

Ja maar met zo’n onderkin
Vind ik dat je lef hebt
Met zo’n slechte neus behept
Steek je ‘m voortvarend in

Dat wat jou niet aangaat
Dat met jou niets heeft
Terugverlangt naar vlakten waar
Niets van jouw soort leeft

Moet je niet te vaak doen
Krijg je heibel mee
Lijk je ook niet slimmer door
Eerder slachtbaar vee

Maar daar zit ik, heel verklaarbaar
Helemaal niet mee.

Nieuwe Toneelschuur, Haarlem.

Heus

Ik kan er maar niet over uit
Hoeveel jij van mij weet
En dat je dat ook al die jaren
Altijd al zo deed

Ik heb daar diep respect voor
Ik ben weer trots op jou
Maar weet je, echt en eigenlijk
Wat ik liever wou?

Weg zijn, in de kou.

CafĂ© Lugosi’s, Haarlem.

Heldertekst fascisme

Maar er zijn er die het niet
Ontrieft, verstoort, verhardt
Die het, ondanks deel noch part
Niemand ooit ontraden

En ik ken geen beter lied
Dan wat zingt dat wat beperkt
Enkel ooit zichzelf versterkt
Maar alles wel kan schaden

Rookt u, alstublieft.

Nieuwe Toneelschuur, Haarlem.

Engstenbal

Nou moet je ophouden, geef
Mij niet meer, van mijn eigen
Gemaakte verleden

Dingen die niet gaan verglijden
Wil ik best blij lam belijden
Maar niet bij de makers

Niemand komt, ooit, ergens
Dat soort mensen zo vaak tegen
Dat het gaat vervelen

Ik kan mijn verlegenheid
Die natuurlijk zwaar gaat wegen
Heel slecht velen

Kees, ga alsjeblieft weg.

Nieuwe Toneelschuur, Haarlem.

Bij het, voor mij onverwachte zowel als onthutsende, verschijnen van Kees van Kooten, naast mij aan de bar.

Eindgrijns

Zelfs in winterkou, kan ik
Achter jou dat licht zien
Kerken, tempels, minaretten

Niets in dit besneeuwde blauw
Voorzover ik dat kan horen
Gaat me dat beletten

Schaarste aan bazuinen, maar
Beter, wellicht, zwijgen
Kan ook bergen nog verzetten

Stiller stijgen naar het uitzicht
Dat, alleen, beleven
Nergens meer op letten

Eindelijk bevrijd.

Nieuwe Toneelschuur, Haarlem.

Duh.

Heeft geen grens
Aanmaat
Denkt in deinzen
Aflaat

Kijk, de hel
Komt toch
Niet mijn grijnzen
Waanplaat

Liederlijk en log
Wankel je naar wens
Grappraat, deurbel

Helemaal niks

Stom.

Nieuwe Toneelschuur, Haarlem.