Mooi, op een midzomerherfstdag
Vind ik mijn olifantswraak
Grijns ik mijn gangpad en denk ik aan jou
Kortkijkend loopt de boel spaak
Veins ik geen droefmat maar blijf ik mij trouw
Ik lach mijn midzomerherfstlach
Voor Luc.
Mooi, op een midzomerherfstdag
Vind ik mijn olifantswraak
Grijns ik mijn gangpad en denk ik aan jou
Kortkijkend loopt de boel spaak
Veins ik geen droefmat maar blijf ik mij trouw
Ik lach mijn midzomerherfstlach
Voor Luc.
Omdat het niet was
Werd het vanzelf
Sprong, vanuit het donkerst gewelf
De eigen architect
Daarom leer ik jou
Wat ik niemand leren wil
Niemand is perfect.
Toneelschuur, Haarlem.
Droomverstoken onderstroom
Vormt achterwandend vlakken
Tegen dertig bloederzoom
Helpt een hard herpakken
Immer als ik wegzak
Dieper in mijn roes
Weet ik weer wat doorsprak
Ik houd niet van de blues.
Toneelschuur, Haarlem.
Ik ben, als jij
Zo naar mij kijkt
Eenzaam verrijkt want
Ik zie er het zelf in
Ik denk dat als ik
Dat blijvend verdien
Ik voor altijd
Jou ga zien
Ik vind dat niet erg want
Ik zie je zo scherp.
Toneelschuur, Haarlem.
Geen netwerk
Voor mij, als dat kan
Ik heb er
Allang teveel van
Ik wil
Alleen met mij
Zijn met zij
Vandaag.
Toneelschuur, Haarlem.
Ik kijk naar Eef en
Ik denk door mijn wimpers
Da’s waar, je bleef en
Je bent een mooi wijf
Maar, op de dag na Chantal
En het misdrijf
Past daar geen wreef en
Begint straks de klimpers
Het is nog maar.
Toneelschuur, Haarlem.
Ik zie jou in dronken blauw
Altijd als ik opkijk
Dat is irritanter dan
De hemel waar ik heenreik
Toneelschuur, Haarlem.
Ik wil jou in luchtmachtblauw, weer
Want ik wil jou sowieso
Als ik ’s ochtends naar de lucht zweer
Denk ik altijd weer ‘ziezo’
Nog twee dagen om te dragen
Tot ik, in mijn armen, draag
Wat ik, nu en ook daarvoor
Daarin altijd het best verdraag
Zo makkelijk lijkt liefde.
Toneelschuur, Haarlem. Met dank aan
En ook dit is handschrift
Want ik zweer aan jou
Dat in elke toetsaanslag
Op elk uur, van elke dag
Ik, voortdurend, van je hou.
Toneelschuur, Haarlem.
Het is niet mijn hond, want ik
Ik houd niet van honden
Wel als beest, maar niet als huisdier
Waar ik woon graag stiller gronden
Dan die voor hun jacht:
Ik had een kat verwacht.
Oh, en ja, hij bijt, die hond – het is niet mijn hond.
Toneelschuur, Haarlem.