Swanborn, zoon van moeder Varken
Knor u uit mijn moede ogen
Maak u nuttig bij het Harken
Van de tuin van het P.Z.
Ga voortaan vroeg naar bed
Waag nimmer meer te schrijven
Staak uw verwoede pogen
Al wat recht is krom te kijven
Verhang u aan de zwammen
Van uw wild ontspoorde brein
Laat de grootheidswaanzin over
Aan wie waanzin durven zijn
En laat de poëzie in vrede,
Alstublieft, dat houdt haar rein.